top of page

Wat na de lerarenopleiding?

Je bent pas afgestudeerd aan de lerarenopleiding secundair onderwijs en wilt aan de slag als leerkracht. Hoewel je tijdens je stages al kennisgemaakt hebt met het leraarschap, heb je waarschijnlijk toch nog veel vragen over het echte werk. Misschien vraag je je af hoe je nu juist een job vindt, wat het nut van een vakbond is en wat de ultieme tips zijn om je eerste jaren als leerkracht te overleven. ‘Absoluut!’ stak zijn licht op bij kersverse en ervaren leerkrachten en vertelt jullie er graag meer over.

 

Solliciteren

Wanneer je je diploma in handen hebt, kan je beginnen te solliciteren. Er zijn twee manieren om te solliciteren. Ofwel neem je rechtstreeks contact op met de school waarin je geïnteresseerd bent ofwel solliciteer je via online databanken. Er zijn twee soorten databanken. Ten eerste is er de leerkrachtendatabank van de VDAB. Daar kan je je inschrijven en je cv publiceren. Ook heb je de mogelijkheid om via de online vacature- of sollicitantendatabank van een onderwijsnet te solliciteren. Scholen gaan dan via die databanken op zoek naar een geschikte kandidaat of laten een vacature bezorgen aan de kandidaten die in aanmerking komen voor de job.

 

You’ve got the job

Wanneer je bij de gelukkigen hoort en je je eerste klus in de onderwijswereld te pakken hebt, krijg je een stamboeknummer. Een stamboeknummer is een uniek nummer dat bestaat uit een 1(man) of 2(vrouw), gevolgd door je geboortedatum en vier controlecijfers. Dat nummer kan je nadien ook terugvinden op je lerarenkaart en loonbrieven. Mocht je bijvoorbeeld ooit vragen hebben over je loon, dan kan je inlichtingen vragen bij de ombudsdienst met je stamboeknummer als referentie.

Ook zal je bij het gemeentehuis een bewijs van goed gedrag en zeden en een attest van gezinssamenstelling moeten ophalen. Samen met een kopie van je diploma geef je die dan af op de school die je aangenomen heeft. Het enige dat je dan nog rest, is een contract tekenen.

 

De survivalgids in een notendop

Wanneer al het papierwerk achter de rug is, kan je echt aan de slag. Om je eerste lessen vlot te laten verlopen, heb ik enkele tips bij elkaar gesprokkeld.

Tip 1: Zorg ervoor dat je al je materiaal bij je hebt.
De meest voor de hand liggende spullen, zoals je handboeken en je agenda, zal je wel bij je hebben, maar een grondplan en een namenlijst met de namen van de leerlingen kunnen ook handig zijn.

Tip 2: Zorg ervoor dat je al kennisgemaakt hebt met de belangrijke personen naast de directie.
Stel jezelf voor aan de leerlingenbegeleider en de medewerkers van het secretariaat. Je kan ook maar beter een goede indruk maken bij de ICT-verantwoordelijke, want die zal je meer dan eens uit de nood moeten helpen. Sommige scholen hebben ook mentoren of begeleiders van jonge leerkrachten. Wanneer je dat geluk hebt, kan je maar beter van die gelegenheid gebruik maken en hem of haar om handige tips vragen. Zij hebben immers al ervaring in het werkveld en kunnen je daardoor vast en zeker met raad en daad bijstaan.

Tip 3: Zorg ervoor dat je het reilen en zeilen van de school kent.
Hoe wordt de agenda ingevuld? Wat zijn de klasregels? Welk didactisch materiaal is er aanwezig en hoe moet je dat gebruiken? Met welk beloningssysteem werkt de school? Welke leerlingen hebben extra zorg nodig en hoe pak ik dat het beste aan? Je nieuwe collega’s zullen je met plezier een woordje uitleg geven.

Tip 4: Zorg ervoor dat je de schoolregels kent.
Wanneer je ergens over twijfelt, zullen je leerlingen vast en zeker zeggen: “De andere leerkrachten doen dat zo!” Om sterk in je schoenen te staan, kan je er beter voor zorgen dat je de regels al kent en zij je dus geen blaasjes kunnen verkopen.

 

Vakbond

Vooral wanneer je veel verschillende tijdelijke betrekkingen hebt, is het handig om je aan te sluiten bij een vakbond. De vier representatieve onderwijsvakbonden zijn: ACOD Onderwijs, COV, COC en VSOA Onderwijs. Om te bepalen bij welke vakbond je je wilt aansluiten, kan je best eens langsgaan bij de lokale kantoren en je bevragen bij degene die aan het loket zit. Welke vakbond je ook kiest: hij heeft als taak de belangen van de aangesloten leden te bundelen en te verdedigen tegenover de werkgever en de overheid.

 

Wat doet een vakbond dan concreet? Hij zorgt ervoor dat je werkloosheiduitkering uitbetaald wordt en helpt je met je vaste benoeming. Ook als je al vast benoemd bent, kan een vakbond handig zijn. Wanneer je recht op premies of verlof hebt, zorgt de vakbond ervoor dat dat geregeld wordt en wanneer je twijfels bij je contract hebt, pluist de vakbond dat voor je uit.

 

Mocht je niet aangesloten zijn bij een vakbond, dan kan je voor een werkloosheidsuitkering bij de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW) terecht. Dat is een overheidsinstelling die, in tegenstelling tot de vakbond, gratis is. De HVW zorgt ervoor dat je een werkloosheiduitkering ontvangt, maar kan je niet helpen bij de rest van je vragen of problemen. Het is dus aan jou om de voor- en nadelen af te wegen en te beslissen waarvoor je kiest.

 

It’s (not) about the money

Wanneer je voor het onderwijs kiest, weet je dat je dat niet moet doen om rijk te worden. Je kiest voor het onderwijs vanuit een passie, een drang om kinderen en jongeren iets bij te brengen. Toch is je loon niet onbelangrijk: iedereen moet immers genoeg geld verdienen om rond te komen.

Leerkrachten worden aan het einde van elke maand uitbetaald. Maar wat verdien je nu juist als beginnende leerkracht? Wanneer je een bachelor voor het secundair onderwijs behaald hebt en nog niet vast benoemd bent, verdien je bruto € 2.325,13. Netto wordt dat € 1.537,34. Wanneer je vast benoemd bent en al tien of twintig jaar in het onderwijs werkt, loopt dat hoger op. De onderstaande tabel geeft het maandelijkse loon van een leerkracht in het secundair onderwijs weer.

 

 

 

 

 

 

 

 

Loonbrief

Bij iedere uitbetaling ontvang je een loonbrief. Ik kan me voorstellen dat je stiekem best trots zal zijn wanneer je die eerste loonbrief ontvangt. Ook kan ik me voorstellen dat die brief Chinees voor je zal lijken. Een A4-papier waarop tal van moeilijke woorden, afkortingen en cijfers staan … Je kan er best eens goed voor gaan zitten.

Op die brief zal je immers verschillende zaken terugvinden:

  • Je vindt er de elementen waarop je brutoloon gebaseerd is, zoals de salarisschaalcode (code barema), anciënniteit, opdrachtbreuk ….

  • Je vindt er de berekening van je bruto- naar je nettoloon. Je nettoloon is het bedrag dat overblijft na het aftrekken van de bedrijfsvoorheffing. De bedrijfsvoorheffing is een voorschot op je definitieve inkomstenbelasting. Het bedrag van de bedrijfsvoorheffing wordt maandelijks 'aan de bron' ingehouden door de werkgever op het belastbare loon van de werknemers.

  • Je vindt er een herziening van je salaris wanneer dat nodig geweest is. Die herziening is dan bijgevoegd als bijlage.

  • Je vindt er een korte verklaring van een aantal termen, afkortingen en codes. Dat kan handig zijn wanneer je iets niet begrijpt.

 

Ziezo! Dat was een hele boterham.

Hoewel het allemaal wat overweldigend kan lijken,

zijn we ervan overtuigd dat we onze weg in het onderwijsdoolhof

wel zullen vinden. Nu is het weer tijd om achter de leerboeken

te gaan zitten, want jammer genoeg zullen wij nog minstens één jaartje

moeten wachten op onze allereerste loonbrief …

 

Evelien Grochocki

Bezoek ons ook op onze Facebookpagina!

  • Facebook Round
  • YouTube - Black Circle
  • Google+ - Black Circle
bottom of page