top of page

De sterktes en zwaktes van de lerarenopleiding in De Ark
volgens studenten en opleidingshoofd Tanja Ceux

Een jaar geleden fusioneerde de hogeschool KHLim met twee andere hogescholen die elk ook een lerarenopleiding secundair onderwijs aanbieden. Daarnaast zijn er nog 13 andere hogescholen in Vlaanderen, waarvan één gevestigd in Limburg, die diezelfde opleiding aanreiken. Maar wat onderscheidt de lerarenopleiding in Diepenbeek van de andere en waar moet onze opleiding nog een tandje bijsteken? Wat zijn met andere woorden de sterktes en zwaktes van de lerarenopleiding in Diepenbeek?

 

Die vraag werd gesteld aan 50 studenten van ‘De Ark’. Om een zo waarheidsgetrouw mogelijk beeld te verkrijgen, werden studenten van zowel het eerste, het tweede als het derde jaar ondervraagd en hebben we er ook voor gezorgd dat studenten uit 18 verschillende vakken vertegenwoordigd waren. Bovenstaande vragen stelden de reporters van Absoluut! Niet enkel aan de studenten, maar ook aan het opleidingshoofd van ‘De Ark’, mevrouw Tanja Ceux. Vervolgens legden we haar de resultaten van de zwaktes voor. Mevrouw Ceux uitte hierover haar visie en gaf aan hoe de zwaktes kunnen worden aangepakt.

 

De warme sfeer

Het eerste sterke punt dat de ondervraagde studenten unaniem aanhaalden, is de warme sfeer in De Ark. Studente Lieke Verstraeten (voeding-verzorging – economie) deelt die mening: ‘Een van de positieve punten aan deze opleiding is voor mij zeker en vast de gezellige sfeer. Om te beginnen zijn de klasgroepen klein, waardoor je gemakkelijker vrienden maakt. Daarnaast kan je als student op de UCLL zowel met het omkaderend personeel als met de docenten en leidinggevenden makkelijk in gesprek gaan. De persoonlijke aanpak zorgt ervoor dat je je snel thuis voelt in De Ark.’

 

Het opleidingshoofd is het daarmee eens: ‘In de eerste plaats proberen we een warme opleiding te zijn. Wij zetten als lerarenopleiding in op een vlotte aanspreekbaarheid. Om die vlotte aanspreekbaarheid te verwezenlijken, zorgen we er bewust voor dat de kloof tussen student en docent wordt beperkt tot een minimum. Als studenten vragen hebben, proberen we hen op alle mogelijke fronten te helpen.’

 

De inhoudelijke en vakdidactische kennis

De focus op de inhoudelijke en vakdidactische kennis is het tweede positieve aspect waarover

zowel de studenten als de leidinggevende het mee eens zijn. ‘Wat ik goed vind, is dat de

docenten erg bekwaam zijn en weten waarover ze spreken. Die inhoudelijke kennis wordt tijdens

de lessen goed overgebracht aan de studenten. Bovendien schenken de docenten veel aandacht

aan die kennis gedurende de stage: het is namelijk een onderdeel van de breekpuntcompetentie’,

zegt studente Paulien Beckers (Frans – geschiedenis).

 

‘Een sterke inhoudelijke en vakdidactische bagage meegeven is zonder twijfel een prioriteit van

de opleiding.Hierdoor kan de student met meer vertrouwen naar een stageschool en om die reden zetten wij als school ons

daarvoor extra in’, bevestigt mevrouw Ceux.

 

Het ruime aanbod

Verder vinden de studenten ook het ruime aanbod een sterkte. Een studente die deze mening deelt, is Evelien Grochocki (Nederlands – Latijn): ‘Ik vind een sterk aspect van onze opleiding de ruime keuze aan onderwijsvakken. Ik heb mij aan het einde van mijn zesde middelbaar geïnformeerd bij verschillende hogescholen en op het vlak van aanbod sprong De Ark er zeker uit. Zo ben ik nu studente van het onderwijsvak Latijn. Dat vak is moeilijk om te vinden.’

 

Het opleidingshoofd bevestigt die sterkte en voegt er zelfs nog wat aan toe: ‘Naast het ruime aanbod van onderwijsvakken proberen we ook een ruim aanbod aan vakkencombinaties te creëren voor de studenten. Dit doen we in de mate van het mogelijke omdat er een financiële component aan vasthangt. Het aanbieden van meer vakken kost namelijk meer geld. Maar ook daar proberen we dus alle studenten zoveel mogelijk opties te geven.’

 

De gecombineerde beoordeling van de praktijkvakken

Een eerste zwakte die een twintigtal studenten aanhaalde, was de  beoordeling van de praktijk. Eén van die studenten is Zoë Goossens (Nederlands – geschiedenis): ‘De PXL beoordeelt de praktijkvakken apart. Zo kan je daar voor stage op één onderwijsvak slagen en op het andere niet. Hier krijgen we die mogelijkheid niet en dat vind ik jammer omdat het werk dat je hebt gestoken in het vak waarop je normaal geslaagd zou zijn, teniet wordt gedaan.’

 

Mevrouw Ceux is het daar echter niet mee eens: ‘Ik en de andere leidinggevenden zijn er niet van overtuigd dat een aparte beoordeling van de praktijkvakken in het voordeel van de studenten is. Wij nemen praktijk op als één opleidingsonderdeel omdat wij heel holistisch naar de studenten willen kijken. De praktijkbeoordeling is niet een mathematisch afvinklijstje, maar wel een totaalpakket. Door de vakken samen te nemen en jou te bekijken als toekomstige leraar, gaat dat meer overeenkomen met de verwachtingen van het werkveld. Als we dat niet zouden doen, gaan we jou bekijken als leerkracht van één bepaald vak en dat is niet de bedoeling. Je moet er staan als leraar in het geheel. Om die redenen zijn we enkele jaren geleden van dat mathematisch systeem afgestapt.’

 

De integratie van ICT

Een tweede negatief aspect dat meer dan de helft van de ondervraagde studenten aankaartte, is de integratie van ICT. ‘Ik vind dat er in onze lerarenopleiding te weinig gebruik wordt gemaakt van ICT-mogelijkheden. Zo vinden verschillende docenten het niet gepast dat studenten een laptop of gsm op de bank te hebben, terwijl dat handig is als we even iets moeten opzoeken. Daarnaast sporen ze ons ook aan om te werken met smartboards, maar gedurende de lessen werken ze er zelf nauwelijks mee’, zegt studente Mirthe Cornelissen (wiskunde – economie).

 

‘Ik vind dit een terechte opmerking. ICT gaat alsmaar meer een prominente plaats krijgen en dat is niet anders in het onderwijs. Op het vlak van ICT moeten we dus inderdaad nog een weg afleggen samen met een aantal docenten’, aldus het opleidingshoofd.

 

De communicatie

Vervolgens wordt door 40 van de 50 studenten de communicatie beschouwd als een zwakte van de opleiding. Student Jonas Berben (economie – geschiedenis) is een van de 40 studenten met dat standpunt: ‘Veel informatie wordt laat doorgegeven. Voor veel studenten is het bekendste communicatieknelpunt het laat ontvangen van het examenrooster. Daarnaast zijn bepaalde docenten ook traag met het uploaden van leerstof op Toledo.’

 

‘In verband met het meedelen van het examenrooster kan ik zeggen dat we binnen de officiële termijnen zitten. We proberen zolang mogelijk te wachten om wijzigingen tot een minimum te beperken. Dat is de hoofdreden waarom we het examenrooster niet eerder doorsturen. Omtrent het uploaden van leerstof door docenten raad ik de studenten aan het probleem met die bepaalde docenten te bespreken, zodat die docent zich ervan bewust is en het probleem verholpen kan worden’, reageert het opleidingshoofd.

 

De catering

Een andere zwakte die door de gehele groep van ondervraagde studenten beaamd

wordt, is de catering in De Bak. De studenten hebben echter wel uiteenlopende grieven.

Student Robin Vanhove vatte dit mooi samen: ‘Als kotstudent en student LO, vind ik

dat er verbetering gebracht kan worden in de catering van De Bak. Om te beginnen

smacht ik na een drukke ochtend naar warm eten, maar dat wordt in De Bak niet

aangeboden. Daarnaast is hetgeen dat wordt aangeboden niet altijd even gezond

en is de voorraad te klein. Tegen de tijd dat ik ’s middags in De Bak aankom, zijn de

meeste broodjes en salades namelijk al de deur uit en ben ik gedwongen iets vettigs

te eten of te verhuizen naar de grote eetzaal.’

 

‘Dit verbaast me niet’, zegt de directrice. ‘Het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de

catering op onze campus is Alma. We hebben deze opmerkingen al een aantal keren

aangekaart bij Alma, omdat dit ons ook niet onopgemerkt is gebleven. We zullen deze

struikelblokken zeker nogmaals aanhalen, maar we kunnen geen beloftes maken, aangezien wij daar helaas geen vat op hebben.’

 

De accommodatie                                                

De accommodatie is voor mevrouw Ceux nog een klein knelpunt. ‘Het aantrekkelijk maken van het gebouw blijft altijd een uitdaging. Ik hoor studenten soms zeggen dat de inkomhal niet zo tof is of dat De Bak aantrekkelijker gemaakt mag worden. We blijven ons daar wel voor inzetten’, aldus de directrice.
Door de 50 ondervraagde studenten werd echter niets vermeld over de accommodatie.

 

De conclusie

Een opmerkelijke conclusie die we kunnen trekken, is dat zowel alle ondervraagde studenten als mevrouw Ceux het eens zijn over de sterktes van onze lerarenopleiding in Diepenbeek. De warme sfeer, de inhoudelijke en vakdidactische kennis en het ruime aanbod vormen het fundament van De Ark.

 

Als we dan kijken naar de aangehaalde zwaktes, stellen we zowel overeenkomende als uiteenlopende meningen vast. De meningen omtrent de catering en integratie van ICT zijn gelijklopend. Een deel van de ondervraagde studenten beschouwen daarnaast de gecombineerde beoordeling van praktijk en de communicatie als zwakten. Het opleidingshoofd is het daar echter niet mee eens. De accommodatie vindt ze daarentegen wel een knelpunt.

 

Ten slotte kunnen we aan de hand van dit onderzoek besluiten dat studenten en de leidinggevende niet altijd op dezelfde golflengte zitten.

 

Selin Marroccoli

 

Bezoek ons ook op onze Facebookpagina!

  • Facebook Round
  • YouTube - Black Circle
  • Google+ - Black Circle
bottom of page