top of page

“Werkplekleren: je moet bereid zijn hard te werken, anders loopt het niet goed af”

Ben je iemand die liever voor de klas staat dan zelf les te volgen? Ben je iemand die niet vies is van veel werk? Ben je iemand die graag het reilen en zeilen van een school wil ontdekken? Dan hebben we in OF3 de perfecte oplossing voor jou: werkplekleren. Dat kan je doen in een secundaire school of op de UC Leuven-Limburg. Moeilijke keuze? Hopelijk helpen de volgende getuigenissen van twee werkplekstudenten je verder. Sarah is een derdejaarsstudente handel-burotica en informatica die werkplekleren doet op haar vroegere secundaire school,  campus de helix in Maasmechelen. Sanne is een derdejaarsstudente met als onderwijsvakken Nederlands en informatica en zij doet werkplekleren op de UCLL.

Waarom hebben jullie ervoor gekozen om werkplekleren te doen?

 

Sarah: Allereerst ben ik iemand die van uitdagingen houdt. Bovendien sta ik heel graag voor de klas, liever dan zelf op de schoolbanken te zitten. De stages in het eerste en tweede jaar waren telkens een goede ervaring. Daarom leek het me een leuke kans om op een andere manier een stage te ervaren door werkplekleren te doen.

 

Sanne: Vooraleer ik besliste om werkplekleren te doen, heb ik met studenten gesproken die het vorig jaar deden. Het sprak me aan omdat ik de hoeveelheid stage in het derde jaar te weinig vond. In een normaal traject heb je een differentiatiestage van drie weken en een ingroeistage van zes weken. In totaal kom je dan nog maar aan negen weken stage. Ten tweede heb je in een normaal traject vakken waarbij je veel taken moet maken die uiteindelijk toch in de kast belanden. Ik wou échte ervaring opdoen die je kan inzetten gedurende je carrière als leerkracht.

 

In een normaal traject loop je drie weken stage in november en zes weken stage in april. Wanneer is jullie stage begonnen?

 

Sarah: Ik heb een differentiatiestage gelopen

op dezelfde secundaire school waar ik op dit

moment werkplekleren doe. Daarna ben ik eind januari

begonnen met deze stage, die tot eind mei zal duren.

 

Sanne: Ik heb op de UCLL ook mijn differentiatiestage gelopen. Tijdens die stage moet je dertig uur volbrengen, maar zo veel lesuren heb je hier niet. Daarom ben ik eind september begonnen met mijn stage. Die stage zal nog tot begin mei duren. Daarna zal ik nog drie weken stage lopen in het Virga Jesse College in Hasselt omdat ik erop stond ervaring op te doen in een secundaire school.

 

Jullie zijn ondertussen al enige tijd bezig met je stage. Wat vind je er (tot nu toe) positief aan?

 

Sarah: Ten eerste kan ik mijn eigen stijl van lesgeven ontwikkelen omdat er geen mentor meer achteraan in de klas zit. Ik kan dus zelf nieuwe dingen uitproberen, iets wat je in een gewone stage niet snel kan doen. Ten tweede krijg je een sterkere band met je leerlingen en je collega’s. Je wordt meer gezien als een gewone leerkracht en dat bevalt me. Ten derde kan je meer ervaring opdoen en dus meer zelfvertrouwen winnen. Ik mag meegaan op excursies, toetsen maken, zelf punten ingeven … Op die manier kan je al wennen aan het echte leven van een leerkracht.

 

Sanne: Allereerst vind ik werkplekleren enorm leerrijk. Ik heb het gevoel dat ik tot nu toe meer heb geleerd dan in de afgelopen twee jaar. Bovendien staat deze ervaring zeer mooi op mijn cv. Als scholen zien dat je al zoveel ervaring hebt, zullen ze jou waarschijnlijk eerder aannemen dan iemand anders. Daarnaast is het contact met de docenten een pluspunt. Je bent geen student meer, maar je bent ook geen echte docent. Dat vond ik in het eerste semester eigenaardig omdat ik tegelijkertijd nog les kreeg van mijn ‘collega’s’ in de lerarenkamer.

 

Welke negatieve aspecten zijn er?

 

Sarah: Om te beginnen vergt deze stage veel werk, al zie ik dat niet écht als iets negatiefs. Je zal dat werk later ook moeten doen, dus kan je er nu al aan wennen. Wat ik wél een negatief punt vind, is het feit dat werkplekstudenten nog steeds naar school moeten gaan. We spreken vaak ’s avonds na de schooluren af om aan onze bachelorproef te werken. Dat zorgt ervoor dat je soms lange dagen hebt.

 

Sanne: Ik vind de omkadering een groot minpunt. Hoewel ik werkplekleren doe, valt er weinig weg. We hebben coachingssessies waarin we geholpen worden met eventuele problemen. Daarnaast volgen we hier nog de vakken RZL en PM. Verder moeten we ervoor zorgen dat onze bachelorproef geschreven is. Dat is natuurlijk veel om te combineren.  Het is dus veel werk,  maar dat weet je op voorhand. Je bent immers geen student meer die de lessen volgt, maar je wordt een docent die de lessen geeft. Dat zorgt natuurlijk voor meer werk.

 

Welk voordeel heeft werkplekleren ten opzichte van de gewone stages?

 

Sarah: Het grootste voordeel is dat je meer kansen krijgt dan in een gewone stage. Je krijgt meer vrijheid en je kan zo je eigen manier van werken zoeken. Dat zorgt ervoor dat je na deze stage klaar bent om te gaan werken.

 

Sanne: Het grote voordeel is dat je veel meer stage hebt en dus ook meer ervaring. Het wordt allemaal realistischer, omdat je meer taken moet doen zoals vergaderingen bijwonen, oudercontacten begeleiden, meegaan op excursies, helpen op opendeurdagen enzovoort. Je moet niet zomaar een lesje geven en dan naar huis gaan zoals je dat tijdens een gewone stage doet. Je werkt niet voltijds, maar toch zeker voor 75%.

 

Jullie hebben ieder voor een andere school gekozen. Sarah, jij hebt voor een secundaire school gekozen en Sanne, jij hebt gekozen voor een hogeschool. Wat is jullie motief om die stageschool te kiezen?

 

Sarah: Ik heb gekozen voor een secundaire school omdat ik daar later ook zal lesgeven. Ik kreeg vorig jaar de vraag of ik werkplekleren aan de UCLL zou willen doen, maar ik was ervan overtuigd dat er een te groot verschil zou zijn tussen het contact met studenten en leerlingen. Bovendien zal ik met mijn bachelordiploma later niet op een hogeschool kunnen lesgeven.

 

Sanne: Aanvankelijk was ik van plan om werkplekleren te doen in een secundaire school. Een leerkracht informatica stelde me voor om werkplekleren op de Ark te doen. Ik wil volgend jaar graag nog verder studeren, dus daarom is het niet erg om hier geen job aangeboden te krijgen. Toch heb ik meer kans op de arbeidsmarkt. Ik moet soms vergaderingen met verschillende middelbare scholen bijwonen en samen met een vakdocent stagebezoeken doen in verschillende stagescholen. Op die manier geef je op die plaatsen telkens je visitekaartje af.

 

 

 

 

Bij werkplekleren moet je niet enkel lesgeven, dat hebben jullie net al vermeld. Welke andere taken moeten jullie precies doen?

 

Sarah: Ik moet studietoezichten doen, meegaan op excursies, klassenraden bijwonen, oudercontacten begeleiden, vakvergaderingen bijwonen, pedagogische studiedagen volgen enzovoort. Verder moet ik een dienstverlenend pakket voor mijn stageschool uitwerken. Ik heb bijvoorbeeld een nieuwe manier van evalueren uitgedacht voor de leerlingen van de b-stroom.

 

Sanne: Ik moet vooral de docenten ondersteunen. Bij het vak basisvaardigheden ICT en basisvaardigheden taal in het eerste jaar heb ik enkele lessen gegeven. Bovendien mocht ik het proefexamen van basisvaardigheden taal opstellen. In de didactische ateliers heb ik korte sessies gegeven over het smartboard. Daarnaast heb ik ondersteunende taken uitgevoerd zoals helpen op de cursusdienst en tijdens de opendeurdag. Ik zit ook in de UCLL-raad en de studentenraad.

 

Op het einde van het werkplekleren volgt er een sollicitatie. Wat verwacht je ervan? Zal deze school jou een job aanbieden?

 

Sarah: Op mijn stageschool kan die sollicitatie virtueel zijn, dus daarom heb ik er niet zo een stress voor. Tijdens de coachingsessies op school leer je hoe je moet solliciteren. In de meeste gevallen heb je meer kans op tewerkstelling, maar als de school geen vacature heeft openstaan, kan ze je natuurlijk geen job aanbieden. Ook dan heb je niets verloren. Die ervaring kan je zeker gebruiken in een andere school.

 

Sanne: Mijn sollicitatie zal louter om te oefenen zijn, omdat ik op een hogeschool natuurlijk geen kans heb op een job.

 

 

 

 

Zouden jullie andere studenten aanraden om werkplekleren te doen en waarom?

 

Sarah: Ik zou het zeker aanraden, maar bezint eer ge begint. Je moet bereid zijn om hard te werken, anders loopt het niet goed af.

 

Sanne: Zeker en vast. Je gaat je veel zekerder voelen na deze ervaring. Je leert ook om harder en efficiënter te werken. Daarnaast heb je meer kans op werk in een secundaire school dan iemand anders.

 

Kyara Mommen

 

‘In een normaal traject moet je veel taken maken die uiteindelijk in de kast belanden’

 

‘Je werkt niet voltijds, maar toch zeker voor 75%.’

 

 

Bezoek ons ook op onze Facebookpagina!

  • Facebook Round
  • YouTube - Black Circle
  • Google+ - Black Circle
bottom of page